Privé aansprakelijk voor het gehele tekort in de boedel

Twee kennissen gingen een droom waar maken. Zij gingen investeren in een bekende horeca uitgaansgelegenheid. De een als aandeelhouder, de ander als aandeelhouder-bestuurder. Behalve als consument binnen de horeca, hadden zij geen ervaring in de branche. 

De koopprijs was bepaald door de horecamakelaar en de uitgaansgelegenheid was bekend. Het moest wel een succes worden. Totdat … de bezoekersaantallen tegenvielen, de personeelslasten verdubbelden, de marges slonken en de bedrijfsleiders andere interesses hadden. Met als gevolg dat ‘de droom’ een geldverslindende nachtmerrie was geworden. 

Liquideren was de enige optie. Het bestuur koos voor de weg van een buitengerechtelijk akkoord maar vergiste zich onder meer in de wettelijke rangregeling van schuldeisers. Het faillissement werd aangevraagd en de bestuurder werd in privé aansprakelijk gesteld voor het gehele tekort in de boedel van ruim 1,5 miljoen euro. 

Onze opdracht 

Hoens & Souren werd ingeschakeld door de aangesproken bestuurder van de gefailleerde horecagelegenheid. Onze opdracht was om de schade zoveel mogelijk te beperken. De curator stelde dat er paulianeus was gehandeld (ongeoorloofd voordringen bij een insolvente debiteur). Verder stelde hij dat het onbehoorlijk bestuur vast stond omdat de administratie niet voldeed aan de eisen van artikel 2:10 BW en omdat selectief was betaald. Onze cliënte was bestolen en beroofd, en had zelfs bij de liquidatie de beste bedoelingen gehad, maar in juridisch opzicht stond de cliënte zes-nul achter. 

Onze aanpak 

Na bestudering van het dossier is in overleg besloten om te focussen op de wijze waarop was geliquideerd en de benadeling van de schuldeisers; schuldeisers met verschillende rangorden en rechten. Wij zijn nader ingegaan op de hypothetische situatie waarbij niet het bestuur had geliquideerd maar een curator zou zijn benoemd. De rechtbank volgde dit betoog en heeft ‘aangedrongen’ op een schikking. 

Het resultaat 

De juridisch inhoudelijke vragen en de vraag of cliënte aansprakelijk was voor het boedeltekort is niet meer geadresseerd. En dat is misschien maar goed ook. 

Contact met Frederik Barthel