Door :
19 September 2018
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven deed onlangs uitspraak over het ontbreken van een accountantsverklaring bij de verantwoording door de aanvrager voor de uiteindelijke vaststelling van een subsidie. Gebruikelijk is dat een subsidie eerst na het afleggen van deze verantwoording definitief wordt vastgesteld. Eerdere betalingen vinden plaats op voorschotbasis.
In dit geval ging het – samengevat – om een technisch hoogwaardig bedrijf in toepassingen van energieopwekking via zonnepanelen. De moeder ervan failleerde. In de uitspraak blijft onduidelijk om wat voor een doorstart het ging. Bij een aandelentransactie is duidelijk dat alle rechten en verplichtingen blijven bestaan. Bij een activatransactie na datum faillissement is dat juist niet de bedoeling.
Wat daarvan ook zij; op grond van het bepaalde in artikel 4:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan een subsidie lager worden vastgesteld als niet is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Het College overweegt dat zekerheid mag worden verlangd over de juistheid van de aangeleverde gegevens.
“Daarbij maakt het niet uit dat het bedrijf een doorstart heeft gemaakt. Met de bedrijfsovername is immers ook de subsidie overgenomen en dus ook de plicht om deze te verantwoorden. Een van de middelen om de verlangde zekerheid te bieden is de verplicht gestelde controleverklaring van een accountant. Nu die ontbreekt, en ook het overgelegde rapport van feitelijke bevindingen geen duidelijkheid biedt over de juistheid van de geregistreerde uren, is op goede gronden gesteld dat de vereiste zekerheid niet is geboden”.
Het lijkt dus geboden – ook bij een klassieke doorstart – aandacht te besteden aan deze subsidieverplichtingen en de mogelijke (terug)betalingen die daaruit zouden kunnen voortvloeien voor de overnemende partij. Bij technische start-ups spelen deze subsidies een belangrijke rol.