Door :
20 december 2022
De bestuurder van een besloten vennootschap overlijdt. De echtgenote van de overleden bestuurder tracht, met behulp van de accountant, de activa te verkopen. De onderhandelingen lopen spaak en het faillissement van de vennootschap wordt aangevraagd en uitgesproken. De facturen van de accountant zijn in de weken voorafgaand aan het faillissement door de vennootschap betaald.
Is deze betaling paulianeus? Naar mijn mening niet, maar de curator van de vennootschap denkt hier duidelijk anders over. Zo ook de rechtbank [1].
Wat was het geval? De facturen werden binnen de overeengekomen betalingstermijn van veertien dagen voldaan. Dit zou volgens de curator én de rechtbank maken dat de facturen nog niet opeisbaar waren én dus sprake zou zijn van een onverplichte rechtshandeling.
Mij komt voor dat de rechtshandeling wel degelijk verplicht was en dat sprake was van een opeisbare vordering. Immers, vóór het verstrijken van de betalingstermijn moest de factuur worden voldaan. De betaling was dus al verschuldigd. Pas na de betalingstermijn zou de accountant recht hebben op rente; daarvoor is een betalingstermijn relevant. Niet voor de opeisbaarheid.
De accountant vist achter het net en dient een fors bedrag terug te betalen aan de curator. Ook wordt de accountant veroordeeld in de proceskosten.
Beperk het risico om als accountant onbetaald achter te blijven en spreek, in situaties waarbij een partij in zwaar weer verkeert, schriftelijk een andere betalingstermijn af. Een “betaling per omgaande” zou de discussie met de curator over de opeisbaarheid van de factuur moeten kunnen voorkomen, zodat een de curator op die grond geen terugbetaling kan vorderen.
Uit het faillissementsverslag volgt dat Axis niet in hoger beroep is gegaan tegen deze uitspraak.
Vragen hierover? Neem dan vrijblijvend contact op met Nickey van Collem.
[1] Rechtbank Gelderland 15 juni 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2989