Handhaving Wet DBA 2025

Door :

2 december 2024

Wat verandert er per 1 januari 2025?

Per 1 januari 2025 wordt de handhaving van de Wet DBA (Wet Deregulering Arbeidsrelaties) aangescherpt. De Belastingdienst zal per die datum actief gaan controleren of ingehuurde zelfstandigen daadwerkelijk als zzp’er kunnen worden aangemerkt. Wat dit in de praktijk voor opdrachtgevers betekent, leest u hieronder.

Wat is de Wet DBA ook alweer?

De Wet DBA is op 1 mei 2016 ingevoerd om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zzp’er werkzaamheden verricht voor een opdrachtgever, terwijl de arbeidsrelatie in feite een dienstbetrekking is, omdat de zelfstandigheid van de zzp’er ontbreekt. Het onderscheid tussen zzp’ers en werknemers is belangrijk, omdat werknemers recht hebben op arbeidsrechtelijke bescherming, sociale verzekeringen en belastingvoordelen waar zzp’ers geen aanspraak op maken.

De wijzigingen per 1 januari 2025

De belangrijkste wijziging is dat de Belastingdienst actief gaat controleren of sprake is van schijnzelfstandigheid. Op het moment dat de Belastingdienst vaststelt dat sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de Belastingdienst de arbeidsrelatie herkwalificeren. Wanneer de Belastingdienst tot de conclusie komt dat sprake is van schijnzelfstandigheid kunnen correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes worden opgelegd. Het is dus belangrijk om na te gaan of iemand daadwerkelijk als zzp’er wordt ingezet of dat in feite toch sprake is van een dienstverband.

Hoe beoordeelt de Belastingdienst of sprake is van schijnzelfstandigheid?

De Belastingdienst zal bij het bepalen of werkzaamheden door een zzp’er worden verricht onder andere gebruikmaken van criteria die voortvloeien uit arbeidsrechtelijke rechtspraak. De meest relevante uitspraak is in dat kader het Deliveroo arrest.[1] De Hoge Raad heeft een lijst met omstandigheden opgesteld om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst:

  • De aard en duur van de werkzaamheden.
  • De wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald.
  • De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht.
  • Het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren.
  • De wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen.
  • De wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd.
  • De hoogte van deze beloningen.
  • De vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.
  • De vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

De overheid heeft een webmodule gepubliceerd die een indicatie geeft of een opdracht buiten dienstbetrekking kan worden uitgevoerd of niet: Beoordeling arbeidsrelatie – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij twijfel of een opdracht buiten dienstverband kan worden uitgevoerd, is het aan te raden om deze webmodule te raadplegen.

Voorkomen van schijnzelfstandigheid

Het is per 1 januari 2025 dus extra belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie bij het inzetten van zzp’ers. De door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel.[2] Let hierbij wel op dat de praktijk overeen moet komen met wat er op papier staat. Een overeenkomst alleen is niet voldoende als de zzp’er in de praktijk wordt behandeld als werknemer. Belangrijk is met name dat geen sprake is van een gezagsrelatie, maar dat de zzp’er zelf kan bepalen op welke wijze en wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd en dat de zzp’er zelf een commercieel risico loopt.

Bereid u nu goed voor, zodat u in 2025 niet voor verrassingen komt te staan!

Meer weten?

Neem contact op met Maureen Bulk.

[1] ECLI:NL:HR:2023:443, Hoge Raad, 21/02090
[2] Modelovereenkomsten