Door :
30 december 2022
Als een woeste peuter die zijn zin niet krijgt, vordert de aspirant-koper in kort geding levering van de door hem ‘gekochte’ Ferrari Purosangue. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.[1] De in 2020 gesloten overeenkomst is geen ‘perfecte koopovereenkomst’. Er was nog geen overeenstemming over de prijs, specificaties en leverdatum. De koopovereenkomst maakte slechts melding van een Ferrari FUV, nummer 7, specificaties en prijs nader te bepalen. Er is € 20.000,00 aanbetaald.
Het kort geding is een procedure die wordt gevoerd bij de voorzieningenrechter van de rechtbank of de kantonrechter. De procedure kan worden gebruik als er onmiddellijk een uitspraak van de rechter moet komen. De zaak moet dus spoed hebben. Of daar sprake van is zal de rechter toetsen en zal daarbij de belangen van de betrokkenen afwegen. De uitspraak is in de vorm van een voorlopige voorziening, dat meestal neerkomt op iets doen of iets niet doen. Het gaat bijvoorbeeld om het voorkomen van een staking, het niet kappen van een boom of het horen van een terminale getuige.
De Ferrari-dealer annuleert de ‘koop’ en stort de € 20.000,00 terug. Kennelijk behoort de aspirant-koper niet tot de door Ferrari beoogde VIP- of Topklanten. De Purosangue kan niet je eerste Ferrari zijn. De fabriek gunt je een exemplaar ter aanvulling op je bestaande Ferrari-wagenpark. Beginners moeten achteraan aansluiten. Niet alles is immers te koop…
Een vordering in kort geding is slechts dan toewijsbaar als aannemelijk is dat eenzelfde vordering in een eventuele bodemprocedure een kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter heeft geen tijd voor een uitgebreid onderzoek naar de stellingen van de partijen, in tegenstelling tot de bodemrechter. Bovendien moet er sprake zijn van een spoedeisend karakter. Nu de serieproductie van de Purosangue nog niet eens is gestart en er nog geen auto’s zijn uitgeleverd ontbreekt het spoedeisende belang. Bovendien is het maar de vraag of er een volwaardige koopovereenkomst tot stand is gekomen, op grond waarvan levering kan worden verlangd.
Ons contractenrecht kent belangrijke beginselen. Ten eerste is er contractvrijheid. U mag zelf bepalen met wie u zaken doet en wat u met elkaar afspreekt. Uiteraard zijn er uitzonderingen op basis van de wet. U mag bijvoorbeeld geen afspraken maken die in strijd zijn met de openbare orde. Kortom, u bepaalt aan wie u iets verkoopt en tegen welke prijs en condities. Het staat u vrij een aanbod te doen en het staat de wederpartij vrij het aanbod te accepteren. Daaruit volgt wilsovereenstemming en dat is de grondslag voor de totstandkoming van de overeenkomst. Plat gezegd mag u net als Ferrari zelf uw klanten selecteren, potentiële klanten weigeren of in een door u te bepalen volgorde bedienen.
Het tweede beginsel is dat gemaakte afspraken moeten worden nagekomen. Een afspraak die niet (juridisch) afdwingbaar is heeft weinig waarde. ‘Laat uw jawoord een jawoord zijn en uw neewoord een nee’, riepen de kerkjuristen te Italië in de middeleeuwen. Via de Romeinen bereikte het beginsel ons huidige contractenrecht. Met deze twee beginselen wordt de Purosangue-‘koper’ anno 2022 geconfronteerd.
Partijen zijn het kennelijk niet oneens over de vraag of er wel een ‘perfecte koopovereenkomst’ tot stand is gekomen. Dat is op zichzelf opmerkelijk. Er kan immers geen sprake zijn van een koop, als er geen overeenstemming is bereikt over de prijs en specificaties van de nog in productie te nemen Ferrari FUV. Afgesproken is dat de ‘koper’ Ferrari FUV nummer 7 geleverd zou krijgen. Dat is op verschillende manieren te begrijpen.
De voorzieningenrechter laat zich daar niet over uit, maar vast staat dat de ‘koper’ nog even geduld moet hebben en zich ter beantwoording van de vraag of er een koopovereenkomst tot stand is gekomen nog tot de bodemrechter kan wenden. Geduld is een schone zaak.
Meer weten over het kort geding? Bel of mail naar Maarten Brouwers.
Dit artikel is geschreven voor Aftersales Magazine, verschenen in magazine 12-2022 en online gepubliceerd op 22 december 2022.
[1] Rechtbank Overijssel (zittingsplaats Almelo, vzr.) 11 november 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3321