Door :
11 november 2019
Recent sprak ik met een restauranthouder, tevens cliënt, over vervelende situaties die kunnen ontstaan met lastige klanten en die wellicht aansluiten op de tendens van toenemende agressie in de horeca. Dat deed mij denken aan een pakkende uitspraak van de Hoge Raad. Een handgemeen in een restaurant, dat het uiteindelijk schopte tot de Hoge Raad. [1] De feiten van die zaak zijn als volgt.
Twee heren bezoeken een restaurant – met Michelinsterren – voor een uitgebreide lunch. De sommelier geeft zijn gasten de wijnkaart; ze gaan voor mooi en duur! Na de fles voor de helft tot zich te hebben genomen, sturen de heren de fles terug. Hij voldoet niet. De twee volgende flessen worden eveneens na flinke proefglazen teruggestuurd. Ook het eten is niet te pruimen, aldus de heren, en de laatste oester wordt teruggestuurd. Inmiddels begint het gemoed van de eigenaar van het restaurant naar een kookpunt te borrelen.
Het is tijd voor de rekening. De heren zijn het niet eens met de rekening en weigeren de teruggestuurde flessen wijn te betalen. Vervolgens maken ze aanstalten om te gaan. De eigenaar ziet geen geld op de tafel liggen, waaruit hij concludeert dat zijn gasten willen vertrekken zonder te betalen. Hierop grijpt hij één van beiden in zijn kraag. De man lijkt een slaande beweging te gaan maken en vervolgens geeft de restauranteigenaar de gast een ferme tik op zijn oor. Later blijkt dat het volledige bedrag wel op tafel ligt.
De gevolgen van de klap zijn aanzienlijk, onder meer gehoorschade bij de gast. Het slachtoffer vordert schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Er wordt uiteindelijk tot aan de Hoge Raad doorgeprocedeerd. De Hoge Raad geeft de volgende norm: ‘Door zelf met de fysieke schermutselingen te beginnen, en aldus een norm te schenden die strekt ter bescherming van de lichamelijke integriteit, kan de ander zich niet beroepen op bescherming tegen de inbreuk die door ander is gemaakt op dezelfde norm.’ De onrechtmatigheid van de klap komt te vervallen door de voorafgaande ‘schijnbeweging’ van de gast. Vervolgens oordeelt de Hoge Raad ook dat de klap niet buitenproportioneel was. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De Hoge Raad voegt daar nog aan toe dat indien de onrechtmatigheid van de klap toch wordt aangenomen, een schadevergoeding nog steeds niet redelijk zou zijn.
Inmiddels ligt deze specifieke gebeurtenis ver in het verleden, maar de gestelde norm leeft in de rechtspraak voort. Terug naar het heden. In de horeca lijkt de laatste jaren een tendens te ontdekken van toenemende agressie. Veelal wordt een geschil in de horeca opgelost met de doorgewinterde gastvrijheid: een gratis kop koffie, glas wijn, reductie in prijs. Ook is het aan te raden om duidelijke huisregels op te stellen. Maar soms wordt een lijn overschreden of is de gast niet voor reden vatbaar. Dat kan tot zeer vervelende situaties lijden met nare gevolgen.
Bent u als horecaondernemer aansprakelijk gesteld voor schade of zit u met een ander geschil? De sector Hotels en Hospitality van Hoens & Souren Advocaten heeft jarenlange ervaring in de horeca en het horecarecht. Neem contact op met Ernst Jan van de Velde.